Signalisatie en informatie
Signalisatie (informatieborden, bewegwijzering…)
- Informatie, bijvoorbeeld in de vorm van informatieborden, is noodzakelijk en moet zich op een logische locatie in het gebouw bevinden.
Plaatsen waar zeker je informatie moet kunnen terugvinden zijn o.a. de inkomhal of de toegang tot een gebouw. Voorzie ook bij de verschillende lokalen een informatiebord (vb. naambord…). Zorg er ook voor dat deze informatiepanelen of borden goed zichtbaar zijn.
- Maak elk lokaal kenbaar. Vanaf de toegang moet er een duidelijke signalisatie naar de verschillende lokalen of ruimten zijn.
Je kan dit doen door de naam van het lokaal of de naam van de vaste groep die gebruik maakt van het lokaal aan te brengen op of naast de deur, of door middel van kleur. Maak bijvoorbeeld een wedstrijd voor het mooiste ontwerp voor de deur van een lokaal. Pas het ontwerp eventueel wel aan zodat bij de uitvoering rekening wordt gehouden met goede kleurcontrasten (zie verdere tips).
- De signalisatie moet gelijkaardig zijn door het hele gebouw heen.
Dit kan door een vaste plaats zoals vb. altijd rechts van de deur, altijd aan het plafond… of door bijvoorbeeld altijd dezelfde kleuren of hetzelfde lettertype te gebruiken.
- Zorg ervoor dat de signalisatie duidelijk leesbaar is. Gebruik daarom goede contrasten.
We geven je een handige en eenvoudige tip om te weten te komen of de kleurcombinatie van jouw lokalen een goed contrast heeft. Neem een foto(kopie) in grijswaarden. Zo zal je snel zien welke elementen opvallen en welke visueel verloren gaan in de wand of de vloer.
- Denk ook aan personen met kleurenblindheid.
Vermijd met het oog op kleurenblindheid ook de kleurencombinatie rood-groen. Kleurenblinde personen kunnen deze niet van elkaar onderscheiden.
- Voor een goed gebruik door iedereen kan je signalisatie en informatie het best zowel op een visuele, auditieve als tactiele wijze voorzien.
Bij de lift kan je werken met knoppen die visueel opvallen (cijfer + verlichting), een tactiel element uit braille en een geluidssignaal bij het gebruiken van een knop en bij de aankomst op een verdieping.
- Maak gebruik van pictogrammen als ondersteuning van tekst- of andere informatie in een gebouw.
Kinderen en jongeren met autisme, een verwante stoornis, een cognitieve of verstandelijke beperking, anderstaligen of kinderen die nog niet goed kunnen lezen kunnen moeite hebben om hun omgeving te begrijpen (informatie, oriëntatie in het gebouw…). Ook wat mensen zeggen en doen, het verloop van de gebeurtenissen, begrippen als tijd en ruimte, wat waar en wanneer te doen is kan voor sommigen onder hen erg abstract en onbegrijpelijk zijn. We kunnen dit voor hen duidelijk maken met visuele elementen. De aanwezige signalisatie moet daarom zeer duidelijk, eenvoudig en overzichtelijk zijn. Duidelijke pictogrammen zijn makkelijker te begrijpen dan tekst. Een groot aantal voorbeelden kan je terugvinden op de website van Sclera. Zorg ervoor dat minstens het sanitair met een pictogram aangeduid is zodat kinderen dit snel terugvinden. Breng hiervoor een logo aan op de deur of op de aangrenzende wand. Logo’s onder de vorm van stickers of plaatjes zijn in vrijwel elke doe-het-zelfhandel te verkrijgen.
- Merk je dat er informatie ontbreekt of dat bezoekers van het gebouw het juiste lokaal niet vinden? Raakte iemand al eens de weg kwijt? Dit betekent dat de signalisatie in je gebouw niet optimaal is. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de bewegwijzerings- en informatieborden er wel zijn, maar niet opgemerkt worden omdat ze niet correct geplaatst zijn (te hoog, te laag …) of omdat ze niet op een logische locatie aangebracht zijn.
Loop door het gebouw met iemand die er nog nooit geweest is en vraag hem/haar om de weg te vinden vanaf de toegang naar de verschillende lokalen. Als je in een bepaald lokaal bent, vraag je aan die persoon of hij nu ook de weg kan terugvinden naar de toegang, de parkeerplaats, fietsenstalling of het openbaar vervoer. Op die manier merk je op welke punten je nog extra signalisatie kan gebruiken zoals bewegwijzeringsborden, informatieborden of naamborden met de functies van het lokaal.
Zo’n signalisatieborden kan je makkelijk zelf maken. Neem stevig karton en maak hier bordjes van in de gewenste maat. Met stift of verf breng je kleur en/of tekst aan.
Iets duurzamere signalisatie maak je zelf door in de doe-het-zelfwinkel op zoek te gaan naar een stevige plaat. Deze kan je dan in de gewenste afmetingen zagen. Vervolgens kan je met verf of stift er informatie of bewegwijzering op aanbrengen.
Informatie
- Als je vereniging een website heeft, zorg er dan ook voor dat deze toegankelijk is. De Belgische organisatie AnySurfer heeft hier een aantal criteria voor ontwikkeld, gebaseerd op internationale eisen.
Op de website van Anysurfer vind je de AnySurferchecklist met de basisvoorwaarden voor een toegankelijke website.
Toegankelijk websites kunnen een AnySurfer kwaliteitslabel krijgen. Je kan het AnySurfer labellingstraject opstarten maar je moet hier wel een flink budget voor hebben.
- Geef duidelijke informatie over de toegankelijkheid van het jeugdlokaal of jeugdhuis (bv. de aanwezigheid van een aangepast toilet, voorbehouden plaatsen …).
Vermeld dit op je website en/of in een brief bij de startdag van de jeugdvereniging … Geef steeds duidelijk je contactgegevens, informatie over de bereikbaarheid en andere belangrijke gegevens.
- Voor kinderen en jongeren is het belangrijk de informatie nog eens mondeling te herhalen. Vooral kinderen met autisme, ADHD … maar ook anderstaligen hebben hier nood aan. Ook structuur is voor heel wat kinderen belangrijk.
Om structuur en duidelijkheid te bieden over welke activiteiten wanneer plaatsvinden, kan er je bijvoorbeeld een overzichtsbord aan de toegang of in het lokaal plaatsen met de activiteiten van de dag.
Probeer te werken met pictogrammen. Telkens als de kinderen hier behoefte aan hebben, kunnen ze kijken wat er nog staat te gebeuren. Zo krijgen ze grip op de tijdsindeling.