Jongeren met een beperking, met hoeveel zijn ze?

“60% van de jeugdverenigingen heeft ervaring met jongeren met een beperking.”

In 2010 voerde de Universiteit Gent (vakgroep Sociologie en vakgroep Sociale Agogiek) in opdracht van het Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, Afdeling jeugd het onderzoek ’Jeugdbewegingen in Vlaanderen, een onderzoek bij groepen, leiding en leden.’ uit. Hieruit bleek dat het aantal leden met een beperking ongeveer 9% en het aantal personen van de leiding met een beperking ongeveer 6% zou zijn.

Ook in de onderwijsstatistieken van Vlaanderen (2009-2010) vinden we een percentage voor jongeren met een beperking. Daar blijkt dat het aantal jongeren (2,5 – 18 jaar uit het kleuter-, lager- en secundair onderwijs) met een beperking ongeveer 5% bedraagt.

De diepte-interviews van de jeugdsector maakten duidelijk dat deze cijfers als vrij hoge percentages ervaren worden. Maar uit onze online bevraging blijkt dat 60% van de online bevraagden wel degelijk ervaring heeft met jongeren met een beperking. Hier vallen ook tijdelijke beperkingen zoals een gebroken been of arm onder. Die zitten uiteraard niet in de eerder vermelde statistieken. De vaakst genoemde beperkingen uit ons onderzoek waren cognitief/psychische beperkingen, motorische beperkingen en tijdelijke beperkingen.