Bereikbaarheid

1

De ruimte voor de fietsen- en scooterstalling is duidelijk afgebakend  en buiten de looproute gelegen. (Jeugdhuis Sumo, Opglabbeek)

2

Het gebouw is zichtbaar vanaf de straat of er is een duidelijke bewegwijzering aanwezig, een toegang met eyecatcher is ideaal. (Jeugdhuis Sumo, Opglabbeek)

 

3

Voorzie een aantal standaard parkeerplaatsen  met een veilige toegang naar het gebouw of de stoep. (Jeugdhuis Sumo, Opglabbeek)

 

4

Een voorrijdzone (kiss & ride of zoenzone) is een meerwaarde.  (Jeugdhuis Rondpunt 26, Genk)

 

5

Een aangepaste parkeerplaats gelegen op het openbaar domein. Minstens één parkeerplaats is aangepast en voorbehouden. Deze plaats heeft goede afmetingen en is goed gesignaleerd (bord, kleur en markering). (Chiro Sint-Filippus, Schoten)

Aandachtspunten

Zichtbaarheid

  • Maak het jeugdhuis of -lokaal duidelijk zichtbaar vanaf de straat. 
  • Ligt het gebouw niet aan de straatkant, zorg er dan voor dat mensen gemakkelijk de weg vinden. Een goede signalisatie en bewegwijzering vanaf de straat is een basisvereiste. Eens op het terrein moeten bezoekers de toegang tot het gebouw eenvoudig kunnen terugvinden. 
  • Bekijk ook de richtlijnen voor “toegangen en deuren” »

Voorzie keuzes

  • Zorg ervoor dat je jeugdhuis of jongerenwerking op diverse manieren vlot te bereiken is en maak dit kenbaar.

Openbaar vervoer

  • Geef duidelijk aan hoe je het jeugdhuis of -lokaal vanaf het station of de bushalte in de buurt kan bereiken.

Voetgangers

Fietsers

  • De fietsen- of scooterstalling moet zich zo dicht mogelijk bij de toegang bevinden en moet goed aansluiten op de paden rondom het gebouw.
  • Baken de ruimte voor de fietsenstalling goed af. Zo vermijd je dat de fietsen zo’n beetje overal neergezet worden. 
  • De toegang tot de fietsenstalling is voldoende breed om met twee fietsen naast elkaar te kunnen passeren. 
  • Voorzie bij de fietsenstalling voldoende ruimte voor alternatieven zoals scooters. 
  • Het plaatsen van een fiets moet met geringe kracht mogelijk zijn. Een aanbod van verschillende types fietsenrekken kan een oplossing bieden.
  • Bekijk ook de aanbevelingen voor het ontwerp van voorzieningen voor fietsers in de Stallingswijzer »

Voorrijdmogelijkheid

  • Een voorrijdmogelijkheid of een ‘kiss and ride’ zone is een meerwaarde om kinderen of jongeren met of zonder een beperking op een veilige plek vlakbij de toegang af te zetten en op te pikken.
  • Voorzie deze voldoende ruim (lengte) zodat er meer dan één wagen tegelijk kan stoppen en zodat je veilig in en uit kan stappen of iemand in en uit de wagen kan helpen. 
  • Zorg voor een voldoende grote en veilige zone voor wachtende kinderen.

Standaard parkeerplaatsen

  • De breedte moet tussen 2,00 en 2,50 m liggen en de lengte tussen 4,00 en 4,50 m. Een grotere breedte is aanbevolen.

Comfortparkeerplaatsen

  • Comfortparkeerplaatsen zijn groter dan standaard parkeerplaatsen. Ze zijn niet uitsluitend voorbehouden voor personen met een beperking. Iedereen mag ze dus gebruiken.

Aangepaste parkeerplaatsen

  • Voorzie min. 1 aangepaste parkeerplaats. Deze parkeerplaatsen moeten min. 3,50 m breed en 5 m lang zijn en 6 m lang als de auto’s na elkaar geparkeerd worden. Ze moeten zo dicht mogelijk bij de toegang tot het gebouw liggen, bij voorkeur niet verder dan 25 m.
  • Je moet ze duidelijk aangeven met gemarkeerde randen.
    • Binnen de witte randmarkering die de parkeerplaats afbakent, moet de zone van de parkeerplaats blauw ingekleurd zijn of moet er een gemarkeerde blauwe rand voorzien zijn.
    • Het ‘Internationaal Toegankelijkheidssymbool (ITS)’ (rolstoelsymbool) moet op het oppervlak aangeduid zijn.
  • Een aangepaste parkeerplaats kan door iedereen die graag wat meer ruimte heeft, gebruikt worden.
  • Bij grotere parkeerterreinen is het aan te raden de aangepaste parkeerplaats ook voorbehouden te maken. Deze mag enkel gebruikt worden door personen met een beperking die in het bezit zijn van een ‘blauwe kaart’.
    • De aangepaste en voorbehouden parkeerplaats moet daarbij ook voorzien van een signalisatiebord: het officieel verkeerbord E9a in combinatie met het Internationaal Toegankelijkheidssymbool (ITS). 
  • Het parkeervak moet een dwarshelling van max. 2% hebben met een rolstoelvaste ondergrond die effen, aaneengesloten en stroef is.
  • Als bij een gebouw op een privaat terrein geen of onvoldoende ruimte aanwezig is voor voorbehouden parkeerplaatsen, kan in samenspraak met de gemeente of de politie een oplossing gezocht worden op het openbaar domein.

Bereikbaarheid in de praktijk