Toegangspaden

1

Drempels worden vermeden bij de overgang tussen verschillende materialen of zones. (Akabe Toetertoe, Terhagen)

 

2

Toegangspaden zijn voldoende breed, goed herkenbaar en contrasterend met de omgeving. (Chiro Sint-Jan, Kachtem)

3

Alle obstakels (vb.  informatieborden, zitbanken,…) worden aan  één zijde van de looproute geplaatst. (Jeugdhuis Sumo, Opglabbeek)

 

4

Toegangspoortjes of hekjes zijn voldoende breed. Tourniquets of draaimechanismen worden vermeden. (Jeugdhuis Sumo, Opglabbeek)

 

5

De belangrijkste (toegangs)paden zijn voorzien van een rolstoelvaste ondergrond (effen, aaneengesloten en stroef). (Scouts Neerpelt)

 

Aandachtspunten

Ondergrond

  • Niet alle buitenruimte moet verhard zijn. Zorg wel dat de belangrijkste (toegangs)paden een rolstoelvaste ondergrond hebben die effen, aaneengesloten en stroef is.
    • Asfalt, slipvrije tegels, betonklinkers een kleischelpenpad of een slipvrije houten vloerbedekking komen hier voor in aanmerking. Kasseien, grastegels, verzakte bestrating enzovoort zijn niet toegankelijk.
  • Ook in vochtige toestand zijn paden slipvrij. Buitenpaden moeten een dwarshelling hebben van maximaal 2%. Deze lichte helling zorgt ervoor dat water makkelijk kan wegvloeien, maar zal geen evenwichtsproblemen veroorzaken. 
  • Putdeksels, roosters over keldergaten, boomroosters, roosters voor afwatering enzovoort mogen niet in de looproute liggen. De openingen van de roosters en de aansluiting met de omliggende verharding kunnen tot struikelgevaar leiden. De openingen mogen niet breder zijn dan 2 cm en de sleuven moeten loodrecht op de looproute georiënteerd zijn, zo blijven kleine wieltjes niet in de openingen vastzitten, zoals de voorwielen van een rolstoel, trolleys of wieltjes van koffers. Maasvormige openingen mogen max. 2 x 2 cm zijn. 
  • Voorzie minstens één toegankelijk en duidelijk aangegeven pad van de voorrijdmogelijkheid, de parkeerplaats en de fietsen- of scooterstalling tot aan de toegang van het jeugdhuis of het jeugdlokaal.

Zichtbaarheid   

  • Om goed herkenbaar te zijn en vlot de weg te vinden, ook voor jongeren die minder goed zien, moeten de paden contrasteren met de omgeving en steeds goed verlicht zijn. Paden in een speelse kleur zorgen voor een vrolijke toets. Ze kunnen zo ook als spelelement dienen.

Afmetingen

  • Toegangspaden moeten min. 1,50 m breed zijn en ter hoogte van obstakels min. 90 cm. Voor een druk belopen pad is 1,80 m aan te raden.

Veiligheid

  • Plaats alle obstakels aan één zijde van de looproute.
  • Zorg voor een voldoende vrije doorgangshoogte zodat dit geen knelpunt vormt voor grotere personen, zeker op plaatsen waar luifels hangen, er bewegwijzeringborden of verlaagde onderdoorgangen zijn.
  • Vermijd tourniquets of draaimechanismen als toegangspoort. Als dit niet mogelijk is, voorzie dan een alternatieve toegang die duidelijk wordt aangegeven.

Drempels vermijden

Toegangspaden in de praktijk