Signalisatie en informatie

1

Voor de leesbaarheid van ruimten is contrast nodig. Een ruimte krijgt structuur als plinten, raam- en deurkozijnen, … contrasteren ten opzichte van elkaar. (Jeugdhuis Sumo, Opglabeek)

2

Bewegwijzerings- en informatieborden leiden bezoekers doorheen het gebouw of de omgeving.  Ze zijn noodzakelijk op elk beslissingspunt, worden goed zichtbaar geplaatst op een logische locatie naast de looproute. De inhoud is duidelijk leesbaar en begrijpbaar. (Jeugdhuis Rondpunt 26, Genk)

3

Tekst is steeds voldoende groot en heeft een duidelijk contrast met de achtergrond. Vermijd tekst op afbeeldingen of foto’s.

4

Pictogrammen, informatiebordjes... zijn op een goed zichtbare hoogte geplaatst. Het pictogram is duidelijk maar op een foute hoogte geplaatst. (Jeugdcompetentiecentrum Zappa, Kiel)

5

Kies voor goed contrasterende kleuren voor wanden, vloeren, deuren …  (Scouts-akabe Lint)

6

Pictogrammen zijn een meerwaarde en worden sneller opgevangen dan louter tekst. (Chiro Arika, Herk-de-Stad)

Aandachtspunten

Signalisatie als ondersteuning van een toegankelijk jeugdlokaal     

  • Het is altijd nodig om signalisatie en bewegwijzering aan te brengen. Echter als je gebouw een logische structuur, een goed zichtbare toegang en voldoende referentiepunten heeft, zal je overbodige informatie kunnen vermijden.
  • De toegankelijkheid van informatie, signalisatie en bewegwijzering in en rond gebouwen is belangrijk zowel voor personen met een beperking als voor ieder ander. Het maakt namelijk deel uit van onze wayfinding (de manier waarop we ons een weg banen naar en door een gebouw naar de ruimte waar we willen zijn). 
  • Belangrijk is uniformiteit in de signalisatie van het volledige gebouw, zowel buiten als binnen:
    • hetzelfde lettertype
    • dezelfde stijl van de pictogrammen
    • hetzelfde type en systeem voor alle informatieborden
    • dezelfde plaatsing van de signalisatie bv. bewegwijzering altijd opgehangen aan het plafond, informatieborden altijd op een wand of rechts van de deuren …). 
  • Voor een goed gebruik door iedereen voorzie je best verschillende vormen van signalisatie en informatie: visueel, auditief en tactiel.

Visuele signalisatie
Visuele signalisatie is met het zicht waarneembaar: vorm, kleur en contrast, letters en tekst, beelden, pictogrammen en symbolen, belijning op de vloer enzovoort. Visuele signalisatie werkt ondersteunend voor heel veel mensen. Zeker personen met een auditieve beperking hebben hier nood aan.

Bewegwijzering- en informatieborden

    • Bewegwijzeringsborden wijzen ons de weg of tonen hoe we ons in en rond een gebouw kunnen verplaatsen. Ze bestaan uit een combinatie van aanwijzingen, meestal een looprichting (pijlvorm) gekoppeld aan een locatie.
    • Informatie (borden, panelen, schermen) omvat een meer uitgebreide inhoud zoals bijvoorbeeld een omschrijving van een lokaal, een overzicht van de lokalen, een overzicht van de groepen in de jeugdbeweging…

Plaatsing 

    • Bewegwijzerings- en informatieborden plaats je altijd goed zichtbaar op een logische locatie. Ze mogen geen obstakel vormen op de looproute.
    • Wanneer je op de looproute aan een beslissingspunt komt, zorgt bewegwijzering ervoor dat je de juiste keuze maakt om op de plek te geraken waar je naar toe wilt.  Voorzie haar dus altijd op elk beslissingspunt, bijvoorbeeld bij een T-kruising waar een gang stopt en je naar links en rechts kan of bijvoorbeeld ter hoogte van richtingsveranderingen. 
    • Bewegwijzering moet altijd vanuit twee richtingen werken: zowel de weg ernaartoe als de weg terug moet je kunnen vinden. Dit geldt zeker in gebouwen waar je niet op dezelfde plek het gebouw binnenkomt en verlaat. Een voorbeeld: je kan een jeugdhuis binnengaan via de hoofdtoegang. Dan ga je naar een optreden in een zaal in de kelder. Vanuit deze zaal kan je ook naar buiten. De ingang en uitgang zijn dus niet dezelfde. Maar hoe raak je nu terug tot aan je fiets, je auto...? 
    • De aanbevolen plaatsingshoogte van de borden verschilt naargelang het type:
      • Grote leesafstand (vb. op de parking, aanduiding nooduitgang…): onderzijde op min. 2,10 m t.o.v. de vloer 
      • Kleine leesafstand (vb. bord bij aankomst in het gebouw, naambordjes…): hoogte tussen 1,40 m en 1,60 m  t.o.v. de vloer 
    • Informatieborden, bevestigd op een wand, mogen maximum 10 cm uitsteken, om te vermijden dat je er tegen loopt. 
    • Voorzie een vrije draairuimte met een diameter van 1,50 m voor het informatiebord zodat rolstoelgebruikers van richting kunnen veranderen. Zo is er ook voldoende vrije ruimte voor het bord zodat je bij het lezen de looproute niet inneemt.

 Letters en cijfers

    • De tekst moet leesbaar zijn van op een grotere afstand.  Gebruik geen cursieve teksten of tekst die enkel uit hoofdletters bestaat. 
    • Gebruik een schreefloos lettertype. Dit is een lettertype zonder dwarsstreepjes aan de uiteinden: Schreefloze letter/Schreefletter
    • Zorg voor de juiste lettergrootte. Deze is afhankelijk van de leesafstand. De hoogte van letters mag minimaal 1/100 van de leesafstand bedragen. Voor belangrijke informatie moet de hoogte van letters minimaal 1/25 van de leesafstand bedragen. 
    • Lijn teksten niet uit over de volledige breedte. Door de uitlijning verschilt de grootte van de spaties tussen de woorden, waardoor je een moeilijk leesbaar en onregelmatig tekstbeeld krijgt.
    • Er moet een duidelijk contrast zijn tussen de letters en/of het bord en de omgeving. Is dit niet mogelijk dan kan je het bord of de letters ook een dunne contrasterende omranding geven.

 Kleur en contrasten

    • Kies voor goed contrasterende kleuren: 
      • Of het contrast tussen twee kleuren groot genoeg is, kan je nagaan door tekst, foto’s of beelden in kleur om te zetten naar grijswaarden (zwart–wit kopie). Als er dan nog voldoende contrast is, contrasteren de gekozen kleuren voldoende. 
      • Vermijd pasteltinten, reflecterende of felle kleuren en beperk het aantal verschillende kleuren. 
      • Je kan het best de combinatie rood-groen vermijden: een groot aantal personen kan deze kleuren niet van elkaar onderscheiden door kleurenblindheid. 
      • Let op bij de combinatie van kleuren met zuiver wit: dit geeft mogelijk een verblindende werking bij het gebruik van een reflecterende of blinkende achtergrond. 
    • Bepaalde kleuren hebben een psychologische lading. Maak gebruik van deze associaties:
      • Rood: gevaarlijke situaties  
      • Groen: veiligheid
      • Geel: gewijzigde situatie waarbij het gevaar dreigt om lichamelijk gewond te raken
      • Blauw: hygiëne en aanduiding van sanitaire voorzieningen. 
    • Vermijd transparante dragers of oneffen achtergronden zoals beelden of foto’s. De letters zijn niet duidelijk te onderscheiden van de achtergrond, waardoor de boodschap minder leesbaar is.
    • Ook voor de leesbaarheid van ruimten is contrast nodig. Een ruimte krijgt structuur als plinten, raam- en deurkozijnen in contrasterende kleuren en materialen worden uitgevoerd.

Pictogrammen, logo’s en symbolen

    • Pictogrammen bieden een goede visuele ondersteuning voor iedereen. Voor kinderen die niet goed kunnen lezen, anderstaligen, kinderen met autisme of een mentale beperking zijn ze zelfs noodzakelijk. Pictogrammen, logo’s en symbolen worden doorgaans sneller begrepen dan teksten of woorden. Denk maar bijvoorbeeld aan de ‘P’ van parking. 
    • Enkele richtlijnen voor pictogrammen:
      • Een pictogram moet de ’lezer‘ toestaan om zich snel en op eenvoudige wijze een beeld te vormen van wat bedoeld wordt.
      • Gebruik alleen pictogrammen die één op zichzelf staand begrip weergeven en geen combinatie van begrippen.
      • Voorzie begrijpelijke symbolen in combinatie met een typerend kleurgebruik en een zwarte omlijning.
      • Gebruik zoveel mogelijk gestandaardiseerde en/of eenvoudige of internationaal goedgekeurde pictogrammen. Iedereen herkent in een oogopslag veel voorkomende pictogrammen zoals dat voor de uitgang, het toilet...

Auditieve signalisatie
Auditieve signalisatie neem je waar met je gehoor: hoorbare signalen, omroepsystemen, ringleiding, gesproken tekst enzovoort.

  • Auditieve signalisatie is voor iedereen ondersteunend. Voor personen met een visuele beperking is het van extra belang.
  • Voor meer veiligheid kan je auditieve signalisatie zoals een brand-, rook- … alarm combineren met een visueel signaal, bijvoorbeeld lichtflitsen.

Tactiele signalisatie
Tactiele signalisatie neem je waar met je tastzin: voelbaar reliëf, maquette, brailleondersteuning, kunstmatige geleiding enzovoort.

  • Tactiele elementen kan je het best gebouwspecifiek bekijken in functie van de aanwezigheid van kinderen of jongeren die hier nood aan kunnen hebben, bijvoorbeeld braille om de verschillende lokalen aan te geven voor iemand die blind is.

Toegankelijke informatie

  • Geef duidelijke en correcte  informatie over de toegankelijkheid van het gebouw: vb. de aanwezigheid van een aangepast toilet, voorbehouden plaatsen…
  • Vermeld duidelijk contactgegevens, bereikbaarheid en andere belangrijke gegevens. 
  • Bij het maken van een website is het aan te raden als jeugdhuis of jeugdvereniging ook rekening te houden met de toegankelijkheidsvoorschriften voor websites. Je kan hier ook het anysurferkwaliteitslabel voor verkrijgen (www.anysurfer.org).

Signalisatie en informatie in de praktijk