Sanitair

1

Goede contrasten (bv. tussen de toestellen en de wand) en een goede verlichting is nodig. Voorzie in het aangepast toilet een (verlengde) toiletpot of zorg ervoor dat de voorzetwand stopt onmiddellijk na het ingebouwde spoelsysteem. (Scouts Neerpelt)

2

Er is minstens één aangepast toilet. Respecteer de ruimte die nodig is voor het gebruik de toestellen. (KSA VKSJ Oepites, Zele)

3

De wastafel is onderrijdbaar. (Scouts Neerpelt)

4

De bedieningselementen zijn makkelijk bruikbaar zowel vanuit zittende positie als vanuit staande positie, voor groot en voor klein. (Akabe Toetertoe, Terhagen)

5

De toiletten zijn voldoende ruim. (FOS De Toekan, Lovenjoel)

6

Sluitsystemen zijn makkelijk hanteerbaar vb. met een verlengde hendel of hefboom.

Aandachtspunten

Denk aan iedereen en varieer!

  • In het sanitair voorzien we een gevarieerd aanbod (toiletten voor jongens en meisjes, urinoirs…), soms in verschillende maten of op verschillende hoogtes omdat er in een jeugdvereniging zowel kinderen als volwassenen zijn.
  • Voorzie ook min. één aangepast toilet (uniseks). Dit is geïntegreerd of in de nabije omgeving van het ander sanitair.

Multifunctioneel is meer!

  • Het aangepast toilet is geen voorbehouden toilet en kan door iedereen gebruikt worden.
  • Gebruik de ruimte correct en maak er geen bergruimte van!
  • De ruimte kan aangevuld worden met een douche, een verzorgingstafel bij specifieke werkingen, of een EHBO ruimte.

Aangepast toilet

  • Een aangepast toilet is een rolstoeltoegankelijk toilet.
  • De weg er naartoe, de toegang en de ruimte zelf is toegankelijk.
  • Respecteer de ruimte die nodig is voor het gebruik van de toestellen:
    • Een aangepast toilet is min. 1,65 m x 2,20 m of 1,90 m x 1,95 m groot.
    • Indien een toilet min. 2,20 x 2,20 m groot is, zijn er twee zijwaartse transferzijden. Dit laat toe dat de rolstoelgebruiker zich links of rechts van de toiletpot kan opstellen, zoals voor hem het best of makkelijkst uit te voeren is. Daarnaast is er ook voor assistentie of hulpverlening meer ruimte aanwezig.
    • Een horizontaal geplaatste greep aan de binnenzijde van de deur vergemakkelijkt het dichttrekken.
    • De deur draait naar buiten open.
  • Zorg voor een goede plaatsing van de toestellen:
    • De toestellen zijn zo geplaatst dat een vrije draaicirkel van min. 1,50 m mogelijk is.
    • Naast de toiletpot is minstens aan één zijde een vrije ruimte van min. 90 cm en voor de toiletpot is er een vrije ruimte van min. 1,20 m om een transfer te kunnen uitvoeren. Dit betekent dat deze ruimte nodig is om je van een rolstoel op de toiletpot te verplaatsen. Niet enkel voor rolstoelgebruikers, maar ook voor bijvoorbeeld iemand met een been in het gips, is deze ruimte nodig. 
    • Voorzie ofwel een voorzetwand met een (verlengde) toiletpot van min. 70 cm diep of zorg ervoor dat de voorzetwand stopt onmiddellijk na het ingebouwde spoelsysteem (in de breedte). Zo kan de rolstoel vlak naast de toiletpot opgesteld worden en komt het zitvlak van de rolstoel ter hoogte van de toiletpot en kan je zo een transfer uitvoeren. 
    • Voorzie een vaste beugel tegen de wand en een opklapbare beugel aan de open zijde van de toiletpot. 
    • Vermijd obstakels die het gebruik van de toestellen verhinderen.
  • Zijn er meerdere aangepaste toiletten, voorzie dan een gespiegelde organisatie. Zo is er de keuze om de toiletpot links of rechts te gebruiken.
  • Optimaal is in elk aangepast toilet een handwastafel voorzien in de ruimte. Dit omwille van het aspect privacy maar ook om altijd water binnen handbereik te hebben.

Wastafel

  • Een rolstoelgebruiker moet vanuit zit alle elementen van een wastafel kunnen bereiken. De wastafel is daarom onderrijdbaar (een vrije ruimte van min. 70 cm hoog, 60 cm diep en 90 cm breed). De bovenrand van de wastafel bevindt zich op een hoogte tussen 80 en 90 cm.
  • Een wastafel is onderrijdbaar omwille van 2 elementen:
    • De wasbak heeft een mindere dikte dan een standaard wasbak
    • De sifon (afvoer onder de wasbak) is ingewerkt in de wand of verder naar achter gesitueerd waardoor meer vrije ruimte ontstaat

Gewone toiletten    

  • Elke toiletruimte heeft optimaal een breedte van min. 90 cm zodat het manoeuvreren makkelijk is.
  • Eens in de ruimte moeten we voor de toiletpot kunnen draaien, bukken en kunnen plaatsnemen op het toilet. Een diepte van 90 cm tussen de deur/wand en de toiletpot laat toe om de handelingen comfortabel uit te voeren. 
  • Bij deze afmetingen is de handwastafel buiten de individuele toiletruimte gelegen. 
  • De deuren zijn steeds naar buiten opendraaiend.

Bedieningselementen

  • Maak gebruik van een éénhendel- of automatische kraan (infrarood). Eenhendelkranen zijn ook voor personen met een beperkte handfunctie of een beperking in de fijne motoriek goed bruikbaar (met de vuist of arm). Personen met een auditieve beperking horen vaak het geluid van het stromend water niet en vergeten wel eens de kraan dicht te draaien. Hier is een automatische kraan een voordeel.
  • Is er ook warm water, voorzie dan thermostatische kranen.
  • De onderzijde van de spiegel wordt voorzien op max. 10 cm boven de wastafel zodat deze ook bruikbaar is vanuit zittende positie of door kleinere kinderen. Hij loopt minstens door tot 200 cm boven de vloer, zodat hij ook door rechtopstaande personen bruikbaar is. 
  • De spoelknop van het toilet wordt duidelijk zichtbaar en bereikbaar op de wand geplaatst. Deze heeft een voldoende groot drukvlak zodat ook personen met verminderde motoriek deze met de vuist of handpalm kunnen bedienen. Zorg ook dat de duwweerstand niet te groot is. Dit kan een knelpunt zijn voor personen met een beperkte duwkracht en voor kinderen. 
  • De toiletrolhouder moet vanuit zittende positie vanaf de toiletpot bruikbaar zijn. 
  • Sluitsystemen van toiletruimten vragen een eenvoudige bediening. Systemen met een verlengde hendel of hefboom zijn het meest aangewezen. Draaisystemen (waarbij we met de hand een knop of plaatje moeten omdraaien) zijn door veel gebruikers moeilijk om te bedienen. 
  • Ook los geplaatste objecten mogen de gebruiksruimte onder en rond de wastafel niet belemmeren. Een vuilnisbak onder de wastafel kan bijvoorbeeld een obstakel vormen voor het gebruik van de vrije ruimte onder de wastafel.

Veiligheid

  • De toiletruimte is goed onderhouden (deuren sluiten probleemloos, geen water op de vloer, voldoende toiletpapier …).
  • Sanitaire ruimten staan ook gelijk aan het gebruik van water. Gebruik voor de veiligheid antislipvloermaterialen.
  • Een noodoproep voor hulp in het toilet installeren zorgt voor een grotere veiligheid. Maar je hebt dan wel een bijkomend aandachtspunt bij het beheer van het gebouw. Als je zo’n noodalarm plaatst, moet je dit kunnen bedienen vanuit liggende positie. Aanvullend kan je dit alarm laten uitrusten met een alarm-flitslichtsysteem zodat er ook een visueel signaal is.

Leesbaarheid van de ruimte

  • Om de ruimten ‘leesbaar’ te maken (belangrijk voor personen met een visuele beperking) gebruik je contrasterende materialen en kleuren in het sanitair. Een witte toiletpot en spoelknop op een donkere wand zal je bijvoorbeeld sneller opmerken dan bij een uitvoering in wit op wit.
  • Ook een goede verlichting is belangrijk binnen de hele ruimte en zeker ter hoogte van de toiletpot en de wastafel om ongelukjes te vermijden.
  • Meer informatie over contrasten vind je terug bij het deel signalisatie »

Sanitair in de praktijk