Inrichting

1

Een podium of een hoger gelegen draaitafel kan uitgerust worden met een (verplaatsbare) helling. Zo kan ook dit podium ook toegankelijk gemaakt worden. (Jeugdcentrum Ahoy, Wijnegem)

2

Voorzie op een aantal plaatsen een vrije draairuimte. Voorzie bij de zitplaatsen (bij zetels, aan tafels,...) een vrije ruimte voor de plaatsing van een rolstoel. (Chiro Sint-Jan, Kachtem)

3

Naast hoge tafels om aan te staan zijn er ook lagere onderrijdbare tafels voorzien. (Jeugdhuis Sumo, Opglabbeek)

4

Het meubilair is rechtlijnig opgesteld en er zijn voldoende brede doorgangen. (Chiro Wij, Koersel)

5

De toog is goed zichtbaar en bereikbaar. Een deel van de toog is verlaagd (en optimaal onderrijdbaar). (Jeugdcompetentiecentrum Zappa, Kiel)

6

Maken personen met een beperking deel uit van de werking, dan kan ook de keuken toegankelijk gemaakt worden. Voorzie een verlaagd en optimaal onderrijdbaar deel. (Akabe De Kim, Zottegem)

Aandachtspunten

Toegankelijkheid en inrichting

  • Je kan pas spreken van een toegankelijk gebouw als ook de meubels en andere inrichtingselementen goed bereikbaar en bruikbaar zijn. Wat heb je aan je jeugdlokaal als je de toog niet kan bereiken om een drankje te bestellen omdat er bijvoorbeeld stoelen en tafels in de weg staan of als je niet kan deelnemen aan het gesprek omdat er aan tafel geen plaats is voor je rolstoel?

Ruimte tussen het meubilair

  • Er moet voldoende bewegingsruimte tussen het meubilair zijn, bijvoorbeeld tussen tafels en stoelen, ook wanneer de stoelen in gebruik zijn.
  • Zorg voor een rechtlijnige schikking van het meubilair. Doorgangen tussen het meubilair zijn min. 90 cm breed. Reken daarbij de gebruiksruimte van stoelen in. Doorgangen worden smaller als het meubilair in gebruik is. 
  • Voorzie op een aantal plaatsen een vrije zone met een diameter 1,50 m waar een rolstoelgebruiker kan draaien. Ook om rechtsomkeer te maken of om van richting te veranderen aan een tafel is deze ruimte nodig.

Tafels en stoelen

  • Makkelijk wegneembaar meubilair, zoals lichte stoelen, zorgen er voor dat je aan een tafel snel enkele plaatsen kan vrijmaken voor een rolstoelgebruiker. Deze vrije ruimte moet min. 90 cm op 1,40 m zijn. Zorg voor een voldoende breed gangpad om te kunnen manoeuvreren.
  • Voorzie in lokalen waar zetels of stoelen staan een vrije zone voor de plaatsing van een rolstoel. Een voorwaarde is altijd dat de plek goed bereikbaar is, maar toch geïntegreerd is in de groep met stoelen of zetels. 
  • Voorzie naast hoge tafels om aan te staan ook lagere onderrijdbare tafels. De onderrijdbare tafels moeten min. 70 cm hoog, 60 cm diep en 90 cm breed zijn, zodat ook rolstoelgebruikers plaats kunnen nemen. 
  • Stoelen met armleuningen geven meer comfort en steun bij het plaatsnemen en rechtstaan, bijvoorbeeld voor iemand met een gebroken been.

Veiligheid

  • Tafels en stoelen hebben afgeronde hoeken. Zo kan niemand zich stoten of pijn doen aan het meubilair.
  • Het meubilair moet contrasteren met de omgeving en is zo beter zichtbaar voor kinderen of jongeren die minder goed zien.
  • Deuren die toegang geven tot lokalen waar de kinderen en jongeren niet mogen komen, vb. het technisch lokaal, moet je kunnen afsluiten. Zo vermijd je onveilige situaties. Vooral voor jonge kinderen is dit belangrijk.

Bedieningselementen     

  • Knoppen, schakelaars en stopcontacten bevinden zich op een logische plek en op een makkelijk bedienbare hoogte tussen 90 cm en 1,20 m. Plaats stopcontacten op minstens 50 cm ten opzichte van de vloer.

Afwerking van de ruimte

  • Zorg ervoor dat jassen aan een kapstok kunnen hangen. Zo hinderen ze niet tijdens het spelen en kunnen ze ook niet op de grond vallen waardoor ze vuil worden of een obstakel vormen.
  • Voorzie een goede, egale verlichting. Zo is de ruimte overzichtelijk en kunnen personen met auditieve problemen hun gesprekspartners goed zien. Dat is belangrijk wanneer je gebruik maakt van liplezen of mimiek. Voor slechtziende personen zorgt een goede verlichting ervoor dat de ruimte duidelijker is en dat bepaalde taken zoals lezen makkelijker lukken. 
  • Gebruik contrasterende kleuren en materialen voor wanden en vloeren. Zo zien personen met een visuele beperking niet alles in één vlak maar zien ze duidelijk waar de vloer stopt en de wanden beginnen. Een contrasterende plint kan hier ook bij helpen. 
  • Wanden en vloeren moeten stof- en slipvrij zijn en bestaan uit onderhoudsvriendelijke materialen. Tapijt kan je het best vermijden. 
  • Voor iedereen, maar vooral voor kinderen met autisme, is structuur heel belangrijk. Plaats daarom vb. een overzichtsbord aan de toegang of in het lokaal met de activiteiten die op het programma staan. Herhaal belangrijke informatie en afspraken en schrijf ze op het bord.

Het podium of de draaitafel

  • Je kan het podium uitrusten met een (verplaatsbare) helling. De toegankelijkheid van het podium is niet alleen van belang voor personen met een beperking. Denk bijvoorbeeld maar eens aan het drumstel, de versterkers enzovoort die het podium op moeten bij een optreden. Dit gaat vlotter met een toegankelijke helling.
  • Zorg aan de rand van het podium voor een afrijdbeveiliging. Zo kan een rolstoel niet zomaar het podium afrijden en vormt de rand ook voor personen met een visuele beperking een duidelijk herkenbaar element. Ook voor anderen vormt de rand ook een soort barrière die belet dat je te dicht bij de rand komt en zou vallen.
  • Ook de draaitafel bevindt zich vaak hoger. Je kan hem toegankelijk maken met een (verplaatsbare) helling.

De toog

  • De toog moet goed zichtbaar zijn. Voorzie hem in een contrasterende kleur of materiaal of breng een accentverlichting aan.
  • Ook voor een goede verstaanbaarheid en communicatie kan accentverlichting een hulp zijn. Als iemand iets komt bestellen is het belangrijk dat je eventueel gebruik kan maken van liplezen of dat je het opmerkt als iemand een bepaalde suggestie doet met zijn handen. 
  • De toog moet vlot bereikbaar zijn. Voor de toog moet voldoende ruimte aanwezig zijn voor wachtende personen en voor rolstoelgebruikers zodat ze kunnen manoeuvreren. Dit houdt in dat ze minstens achteruit kunnen rijden en van richting veranderen of keren. Een vrije draairuimte van min. 1,50 m diameter is hiervoor essentieel. Deze ruimte mag niet in de circulatieroute gelegen zijn. 
  • Zet de barkrukken niet te dicht bij elkaar want dan kan er niemand meer langs om een bestelling te doen. Je kan ook naast de zitruimten aan de toog een apart deel voorzien waar je een drankje kan bestellen.
  • Optimaal is de toog voorzien van twee hoogten:
    • Een hoogte van 1,10 m t.o.v. de vloer zorgt ervoor dat de zichtlijnen voor een grote groep personen gegarandeerd zijn en je staand een bestelling kan doen.  
    • Een deel van de toog moet verlaagd zijn zodat je ook rolstoelgebruikers of kleinere personen makkelijker kan bedienen. Het verlaagd deel mag een max. hoogte van 80 cm hebben. Een laag deel dat ook onderrijdbaar is, biedt altijd een meerwaarde.
  • Geef steeds duidelijk weer wat er te verkrijgen is aan de toog en deel ook de prijs mee.
  • Vaak wordt de prijslijst alleen maar op een uithangbord voorzien. Bied ook een gedrukte prijslijst aan, bij voorkeur met afbeeldingen van de producten. Personen met een auditieve beperking kunnen dan aanduiden welke consumptie ze wensen. Voor personen met een verstandelijke beperking is tekst met daarbij afbeeldingen een heel stuk duidelijker.

De keuken of kitchenette

  • Zeker wanneer er personen met een beperking meehelpen met kookactiviteiten, is het keukenmeubel optimaal ook geschikt voor het gebruik door rolstoelgebruikers.
  • Dit kan ondermeer door het voorzien van verlaagde en onderrijdbare werkbladen. Dit betekent dat je vanuit zittende houding, dus zittend op een stoel of rolstoel, kan gebruikmaken van het volledige aanrecht of een deel ervan om te kunnen helpen in de keuken. Volledige onderrijdbaarheid is verzekerd als er een vrije zone van min. 60 cm diepte, min. 70 cm hoog en min. 90 cm breed onder een object aanwezig is. De bovenzijde van het werkblad mag max. 80 cm hoog zijns. 
  • Ook wanneer je op een regenachtige dag met kleinere kinderen aan de slag wil om bijvoorbeeld koekjes te bakken, kan een verlaagd deel handig zijn.
  • Voorzie voor een optimale situatie ook de belangrijkste toestellen zoals een oven of microgolf op een bereikbare hoogte.

Inrichting in de praktijk